Beelddenken

Beelddenken: als u de opdracht zou krijgen om een legpuzzel te maken, dan denk ik dat u toch wel erg graag de beschikking zou willen hebben over het voorbeeld. De beelddenker denkt in beelden vanuit het geheel, maar krijgt de leerstof op school meestal niet op die manier aangeboden. Het is dan voor een beelddenker alsof je een legpuzzel moet maken zonder dat je het voorbeeld te zien krijgt.

Onze resultaten bij beelddenken

We gebruiken een methode die ontwikkeld is om de spellings- reken- en leesproblemen bij beelddenkers de baas te worden.

De resultaten van deze methode zijn opzienbarend en treden vrijwel altijd heel snel op.

Zowel basisschoolleerlingen als kinderen uit het voortgezet onderwijs ervaren opeens dat ze wel degelijk foutloos kunnen schrijven. Kinderen die altijd een E-citoscore haalden, bereikten binnen korte tijd een A- score. Kinderen die door school volkomen waren "opgegeven" leren binnen een paar weken foutloos rekensommen automatiseren. Middelbare scholieren ervaren dat ze wel degelijk met veel minder moeite en een beter resultaat woordjes kunnen leren.

Voor spelling hebben we een nieuw computerprogramma: WoordBeeldTrainer, dat speciaal ontwikkeld is voor de beelddenker. De resultaten zijn verbluffend.

Wat is beelddenken?

Beelddenkers denken in plaatjes. Het is een hele snelle manier van denken in beelden en handelingen. Er komen geen woorden aan te pas. Die komen - als het moet - pas achteraf. Dit taalvrije denken kan gemakkelijk leiden tot leermoeilijkheden, omdat ons onderwijssysteem is gebaseerd op begripsdenken: het gebruiken van woorden en begrippen bij het denken.

Begripsdenkers vormen de meerderheid (95%). Begripsdenken is de denkwijze die op school door bijna alle leerlingen en leraren gebruikt wordt.

Het leren lezen, rekenen of foutloos schrijven komt dan slecht van de grond en wordt er vaak te snel gedacht aan dyslexie, dyscalculie of aan onvoldoende capaciteiten. Het tegendeel is vaak het geval!

Waaraan herken je een beelddenker?

•Beelddenkers hebben vaak moeite met tijd en tijdsbegrip. Leren klokkijken kan vaak problemen geven. Op tijd op een afspraak komen loopt nog al eens fout. Netjes en georganiseerd huiswerk bijhouden in de agenda kan een probleem zijn.

•Leren rekenen verloopt meestal met problemen. Soms worden getallen omgekeerd genoteerd: 21 i.p.v. 12.

De opeenvolging zegt de beelddenker immers niet zo veel. Het rekentempo ligt vaak aan de lage kant.

•Het leren lezen verloopt moeizaam en geeft soms problemen. Met name simpele woordjes zoals: de, het en een geven problemen. •De beelddenker is constant bezig een vertaalslag te maken naar beelden en transformeert die weer naar taal.

•Het beeld dekt soms wel de lading, maar niet het woord:

De tekst in het leesboek: Vader wandelt over het gazon.

Een beelddenker kan lezen: Papa loopt op het gras.

Inhoudelijk is er geen verschil tussen de beide zinnen. Vandaar ook dat beelddenkers vaak verrassend goed begrijpen wat ze lezen, mits het leestempo niet onder druk van de omgeving te hoog ligt.

•Beelddenkers weten zich soms gebeurtenissen uit hun vroegste jeugd te herinneren.

•Op bepaalde gebieden kunnen ze uitblinken, bijv. bij de creatieve vakken.

•Automatiseren, bijvoorbeeld het leren van de tafels geeft vaak problemen.

•Op jonge leeftijd lijkt het kind vaak slim en in ontwikkeling voor op leeftijdsgenoten.

•Uitspraken worden nogal eens heel letterlijk genomen

•Ze hebben meestal een levendige fantasie.

•Beelddenkers zijn meestal heel sfeergevoelig.

•Het handschrift is vaak niet om aan te zien: de beelddenker wil alles tegelijk en het liefst door elkaar, volgens het principe "klaar is klaar".

•Op school worden ze nogal eens voor onoplettend en ongeïnteresseerd uitgemaakt, terwijl de ouders thuis het idee hebben dat hun kind juist heel nieuwsgierig en leergierig is.

•Kleine woordjes als de, het, omdat, hoezo en een geven keer op keer problemen bij het lezen.

•Sommige letters worden voortdurend omgedraaid: d en b, soms ook p en q. Ook getallen kunnen verkeerd om genoteerd worden.

•Beelddenkers zijn vrijwel altijd creatief.

Natuurlijk hoeven niet al deze items tegelijk bij iemand aanwezig te zijn.

School en begeleiding

Een beelddenker vereist een speciale begeleiding met betrekking tot het leren lezen, schrijven en/of leren rekenen. Onderwijskundig wijkt de begeleiding sterk af van de wijze waarop vanuit de gangbare lesmethoden gewerkt wordt.

Een beelddenker - evenals de hoogbegaafde leerling - leert topdown: vanuit het geheel (overzicht) wordt naar de delen toe gewerkt. De gangbare leerstofmethoden zijn andersom opgezet: vanuit de delen wordt op den duur een geheel bereikt.

Deze aanpak is funest voor de beelddenker. Die voelt zich na een poosje volkomen verloren omdat er geen overzicht bestaat en er geen zinnige verbanden zijn te leggen. Alle pogingen daartoe falen, bij gebrek aan het totaalbeeld. Het is puzzelen zonder voorbeeld.

Enkele opvallende zaken bij beelddenkers

Beelddenkers kunnen nogal gevoelig zijn voor licht en/of geluid.

Fel licht of juist minder licht kan nogal eens vervelend zijn voor de beelddenker. Harde of schelle geluiden, daar kan de beelddenker last van hebben.

Ruimten waar veel visuele en/of auditieve informatie aanwezig is (bijv. supermarkten) worden als het even kan gemeden. En als het echt niet anders kan, dan vreet een bezoek aan de supermarkt energie en is de beelddenker daarna min of meer uitgeput.

Op school komt het vaak voor dat na een paar lesuren de fut er voor de rest van de dag uit is. Eigenlijk moet de beelddenker dan de gelegenheid krijgen om bij te tanken. Sommigen doen dat door de krant te lezen, te gamen, zo maar een stukje te wandelen, even de advertenties te lezen op marktplaats, kleine tekeningetjes maken enz.

De drukte van een klaslokaal kan de beelddenker sterk vermoeien. Het kan handig zijn dan een ipod te gebruiken om zo de indrukken van buitenaf weg te filteren.

Omdat tijdsbesef bij veel beelddenkers niet sterk ontwikkeld is, is het nakomen van afspraken nogal eens een probleem.

Eenmaal verdiept in iets wordt alle besef van tijd losgelaten. Er wordt vergeten te drinken, te eten en als de bezigheid noodgedwongen even los gelaten moet worden (bijv. toiletbezoek) dan gebeurt dat in vliegende vaart.

Het plannen van taken, bijhouden van de agenda, het zijn allemaal zaken die voor problemen kunnen zorgen. Een planbord kan uitkomst bieden, mits het overzichtelijk gebruikt wordt.

Meerdere mondelinge opdrachten tegelijk leiden vaak tot verwarring, met als gevolg dat er niet een opdracht (goed) wordt uitgevoerd.

De winterdip is bij beelddenkers vaak goed merkbaar. Ze kunnen dan erg vermoeid overkomen. Ze zijn prikkelbaar en voeren weinig uit.

Het fanatiek uitlezen van een boek hoeft nog niet te betekenen dat bij navraag blijkt dat bijvoorbeeld de namen van de hoofdpersonen bekend zijn. Vaak geeft de beelddenkers het verhaal een eigen vulling, waarbij de beleving intens kan zijn (tot aan hartkloppingen toe bij spannende episodes) en wijkt af van het oorspronkelijke verhaal. De beelddenker maakt er als het ware een privéfilm van.

Puur taalkundige vragen als staat het in de verleden of tegenwoordige tijd? vertelt de hoofpersoon het verhaal of doet een ander dat? zijn aan de beelddenker niet besteed. Daarvoor moet het verhaal opnieuw gelezen worden, met de vragen ernaast.

Concreet met betrekking tot beelddenken en leerproblemen:

Er zijn twee uitersten: of de beelddenker rekent heel goed of het levert grote problemen op, waarbij altijd het lage tempo opvalt.

(Hoofd)rekenen vereist automatisering: zonder nadenken tot een antwoord komen. Bij veel beelddenkers is dat een probleem. Je kunt alleen gericht en met blijvend succes een beelddenker leren rekenen als het hoeveelheidsbegrip juist is ingevuld en de getalstructuur wordt doorzien.

Hoe die zaken ervoor staan kom je alleen te weten door het te testen. Alleen.....vrijwel geen school, remedial teacher of therapeut weet hoe. Dus wordt het niet gedaan en begint men maar ergens.....en in de meeste gevallen bouwt men daarmee op drijfzand. Het gevolg is dat het resultaat bij lange na niet overeenkomt met de hoeveelheid tijd en energie die erin gestoken is.

Wij van de RTP Brielle willen altijd eerst nauwkeurig weten waar we moeten beginnen. Als er geen juist getalinzicht is, dan heeft het geen enkele zin allerlei sommetjes te gaan oefenen. Als het hoeveelheidsbegrip niet juist ontwikkeld is, zal alle moeite om te leren optellen en aftrekken vergeefs blijken. Bij de basis van het probleem beginnen, daar ligt de juist aanpak.

Het snel en foutloos uit het hoofd kunnen rekenen is bij veel beelddenkers een probleem, omdat het juiste inzicht in de getalstructuur en/of het hoeveelheidsbegrip ontbreekt. Daarbij is er vrijwel altijd een verkeerde leerstrategie aangeleerd, waarbij over elke som nagedacht wordt (het gevolg is tijdverlies en fouten). Het moet juist zonder nadenken (geautomatiseerd) gebeuren. Deze verkeerde strategie, gebaseerd op rekenkundig drijfzand in verband met het ontbreken van getalinzicht, moet afgeleerd worden en er moet een betere strategie voor in de plaats komen. Via onze aanpak lukt dat bij elk kind.

De automatiseringsproblematiek bij beelddenkers kan er toe leiden dat het leren klokkijken en het leren van de tafels onoverkomelijke problemen oplevert. Ons pc-programma KlokbeeldTrainer leert gelukkig elk kind klokkijken.

De aanpak van het leren van de tafels gebeurt op de manier die bij beelddenkers past, waarbij vrijwel altijd al binnen vijf minuten een tafel uit het hoofd opgezegd kan worden.

Veel te gemakkelijk wordt er op scholen geplakt met het etiket dyscalculie, waar het gepaster zou zijn eens van de gebaande wegen af te gaan en op zoek te gaan naar een bij het kind passende leerstrategie.

Bij spellingsproblemen moet altijd eerst duidelijk zijn waar de grens ligt tussen wel en niet beheerste woorden. Zomaar ergens beginnen met oefenen is onzinnig. Daarnaast moet bekend zijn wat de leerstijl van het kind is en de leerstrategie moet daarop aangepast worden. Eén manier voor alle kinderen: vergeet het maar, hoe goed die manier ook mag zijn.

Als de leerstrategie bekend is, dan moet er gewerkt worden vanuit het principe waarin de problematiek ligt: het ordenen en afstemmen van klank en beeld. Het temporeel (klanken) en spatieel (beeldtekens) ordenen en het kunnen vasthouden van de eenheid van het mentale klank- en woordbeeld, daar wringt altijd de schoen. Het programma WoordBeeldTrainer pakt dat aan op een vernieuwende manier.

Leesproblemen bij beelddenkers komen heel vaak voor. Vrijwel altijd zijn ze terug te voeren tot twee oorzaken: visueel ruimtelijk omdat er sprake is van fixatie disparatie en de combinatie temporeel en spatieel ordenen.

Fixatie disparatie niet behandelen zal altijd inhouden dat bij lange na niet bereikt zal worden wat er in zit.

Spatieel en temporeel ordenen: de ordeningsprincipes van klanken en beeld moeten ingeoefend worden op een manier die bij de beelddenker past. Dit kan via het programma WoordBeeldTrainer in combinatie met een aantal technische zaken, zoals het gebruik van de leespijl, het inoefenen van zgn. lege woorden (woorden zonder beeld zoals bijv. het, de, een, die, dat etc. etc., er zijn er ongeveer veertig van) en als start het aanleren van het alfabet als beeldtekens i.p.v. ze te verklanken (de standaardaanpak op scholen).

Deze methodieken worden bij de RTP Brielle gehanteerd en vormen de basis van een succesvolle aanpak van de problemen.